“Er gebeurt tegenwoordig zoveel, ik kan het niet meer bijbenen”, vertelt culinair journalist Jonneke de Zeeuw aka Mooncake. “Dat is echt anders dan 5 jaar geleden.” Ze volgt de culinaire ontwikkelingen in Nederland op de voet – en die zijn indrukwekkend. Nooit eerder kon je in Nederland zó dichtbij huis zó divers en fantastisch eten, stelt Jonneke. In de horeca zien we een ongekende verbreding en internationalisering. Wat betekent dat voor ons eetpatroon in de toekomst? En zijn we ons eigenlijk voldoende bewust van die culinaire rijkdom?
Het zijn vragen die ook De Tuin van Holland bezighouden. Wij laten ons graag inspireren door de eetcultuur in de 17e eeuw – een tijd waarin de Hollandse tafel ook al veel internationaler was dan vaak gedacht. “Stamppot kwam pas op tafel toen het economisch slechter ging”, vertelt Aphra van den Berg, programmaleider van De Tuin van Holland. “Toen moest het eten voedzaam, goedkoop en simpel zijn. Maar de handel in voedsel en de uitwisseling van smaken is van alle tijden. Veel mediterrane smaken kennen we hier al sinds de Romeinen.”
Waar internationale smaken vroeger vooral voor de maatschappelijke bovenlaag waren weggelegd, is de culinaire verscheidenheid nu overal te vinden – in alle wijken van de stad. En precies daar ligt de kracht van wat Mooncake de ‘inclusieve keuken’ noemt: een keuken die nieuwsgierigheid wekt en deuren opent naar andere eetculturen. Haar missie? Drempels verlagen en échte interesse kweken.
Een nieuwe generatie aan zet
“Het is ontzettend boeiend om de nieuwe generaties te zien opkomen,” vertelt Jonneke. Ze ziet hoe mensen met verschillende achtergronden steeds meer naar elkaar toe bewegen. In de steden groeit de invloed van millennials en Gen Z’ers. “Ze reizen veel, maken kennis met andere eetculturen en introduceren die vervolgens bij hun thuisfront in Nederland. Samen met alle expats zorgen ze voor een veel bredere afzetmarkt voor ons ultradiverse culinaire landschap. Indiërs nemen hun familie mee naar een Ethiopisch-Eritrees restaurant, waar ze smaken en invloeden van ‘thuis’ herkennen. En halal komt in meerdere eetculturen voor, dus jonge Nederlandse Marokkanen ontdekken bijvoorbeeld de Indonesische keuken. Ik verwacht dat deze ontwikkeling zich de komende jaren alleen maar verder zal verdiepen.”



Van familiebedrijf tot fine dining
En het culinaire niveau gaat steeds verder omhoog, merkt Jonneke. “Sommige eetadressen zijn inmiddels zó goed dat Turkse Nederlanders er eten halen om mee te nemen naar familie in Turkije. Vroeger namen ze chocolade mee uit Europa – nu hun eigen Turkse eten van hier.”
Nieuwe smaken, nieuwe verbindingen
Jonneke ziet hoe culinaire werelden steeds vaker samenkomen in de keuken én bij de boer. De Nederlandse zuivel is geliefd bij makers met een andere achtergrond. Zo zijn liefhebbers van de Ethiopische en Eritrese keuken lyrisch over de kwaliteit van Nederlandse boter. Bij Mama Habeshi in Barendrecht maken ze er tesmi van, een gekruide geklaarde boter. En ook ziet Jonneke inmiddels andere samenwerkingen ontstaan – van bijvoorbeeld een Syrische kaasmaker die op het erf van een boer in Leusden authentieke Syrische grillkaas maakt.
Rotterdam als culinaire smeltkroes
Als het gaat om de integratie van eetculturen, neemt Rotterdam in Nederland een unieke plek in. Meer dan waar ook in Nederland is hier sprake van wat Jonneke een ‘360 graden-integratie’ noemt. Talloze ondernemers mixen en blenden hun culturele achtergronden – en ook Hollandse slagers en bakkers bewegen mee. Niet alleen uit commercieel belang, maar vooral omdat in de wijk een veelheid aan culturen samenleeft. “Als bakker ga je dan de broodjes maken waar je buren om vragen.” Zo groeide bakkerij Havenaar uit tot toonaangevend producent van Surinaamse puntjes.
En bij slagerij Schell – een familiebedrijf sinds 1796 – staan aan de West-Kruiskade medewerkers met allerlei achtergronden achter de toonbank, zodat ze klanten op maat van vlees kunnen voorzien. “En zo komen er voortdurend nieuwe voorbeelden bij. In andere steden zie je dit nog veel minder. Het is integratie die van alle kanten komt – van alle inwoners, ongeacht hun achtergrond of sociale klasse.”

"Serveer eens een gommakoekje bij de koffie"
Jonneke pleit voor een bredere blik dan de klassieke focus op Franse en Italiaanse gastronomie: “Het zou zo interessant zijn ondernemers – ook ‘Hollandse’ – meer aan elkaar te koppelen. Zoals een Turkse patisserie naast hun Turkse specialiteiten óók gebak van Holtkamp verkoopt, zou dat toch ook andersom kunnen?”
Ze ziet hoe een hip hotel een charcuteriebord presenteert met vleeswaren van ver, terwijl een winkelier in dezelfde straat als een van de weinigen in Nederland de Turkse delicatessen pastirma en sucuk maakt. “En waarom krijg je nagenoeg nergens in Nederlandse café’s een Surinaams gommakoekje bij de koffie? We komen nog steeds niet verder dan een stukje spekkoek hier en daar.”



Mooncake: "Elke hap telt. Totdat niemand meer 'die ander' is."
Het aantal eetculturen in Nederland is gigantisch. Tegelijkertijd is de drempel voor velen nog hoog. Hoe makkelijk stap je binnen in dat onbekende eethuis? Hoe laten we mensen kennismaken met al die eetculturen? Die drempels verlagen, is de missie van Mooncake. Want eten verbindt. “Elke hap telt. Totdat niemand meer ‘die ander’ is.”
In haar eetgids ‘All You Can Eat’ verzamelde Jonneke 450 restaurants, eethuizen en speciaalzaken uit 120 eetculturen, overal in Nederland. Ze organiseert food tours, geeft gastlessen en laat haar tienduizenden volgers op Instagram kennismaken met nieuwe adressen.
In Rotterdam werkt Jonneke samen met Fenix, het nieuwe kunstmuseum rondom migratie. Samen geven ze invulling aan de lunch pop-up Plein Keuken, waar wisselende Rotterdamse chefs elke zes weken een andere eetcultuur in de spotlights zetten. Voor het Tramhuis werkt Jonneke aan een culinaire stadswandeling.
Je leest meer op haar platform Mooncake.nl, of volg haar via Instagram of TikTok.